UDONG, de vergeten hoofdstad


We zetten onze tocht verder naar Udong, de 'vergeten hoofdstad' van Cambodja. Onderweg nemen we een kijkje in een boeddhistische tempel en maken een wandeling in een dorpje van zilversmeden te KompongLuong. De weg voert ons door rijstvelden en lotusponden tot aan de voet van de berg Phnom Udong. Deze site was het religieuze en politieke centrum voor de Cambod-jaanse dynastieën tussen 1618 en 1866. We volgen een trappenpad dat zich naar boven slingert tot bij de 'viharn van de 18m² Boeddha', een tempel geperforeerd door kogelinslagen van de Khmer Rouge. Verderop bereiken we tussen boeddhistische maar ook hindoeïstische schrijnen, vier grote stoepa's die de laatste rustplaatsen markeren van de koningen Monivong, Ang Duong (ingelegd met mozaïeken) en Soriyopor. De vierde stoepa is pas recent gebouwd en is omringd door een terras. Hier worden we beloond met een adembenemend panorama van het Cambodjaanse binnenland, een grenzeloze rijstvlakte waarin ontelbare lontarpalmen opduiken, enkel onderbroken door kleurrijke tempels en monnikenkloosters.

In het midden van de 17de eeuw werd Udong de zetel van de Cambodjaanse koningen, die hun hoofdstad pas in 1866 voorgoed verplaatsten naar Chattamutuk (Phnom Penh).
De schuilplaatsen van de Rode Khmer, die Udong enige tijd bezet heeft gehouden, werden door Lon Nol gebombardeerd, zodat bijna alle gebouwen in de voormalige koningsstad zijn vernield. De ruïnes doen slechts vaag vermoeden hoe mooi de stad ooit was.
Udong ligt aan de Mekong tussen twee bergketens die evenwijdig van het noordwesten naar het zuidoosten lopen. Bij een wandeling over de kam van de heuvels hebt u een prachtig uitzicht over het rivierlandschap. Aan de zuidkant van de heuvel loopt een trap met ongeveer 240 treden naar een Chinese tempel en aan de voet staat een pagode die in het weekeinde druk wordt bezocht.
Aan de Chinese tempel Preah Ataras, is een legende verbonden. De monniken hadden een a mao (zwarte hond) gehad, die ze na zijn dood in het midden van de heuvel begroeven. Jaren later leed de keizer van China eens aan een ongeneeslijke hoofdpijn. Omdat geen enkele arts hem kon helpen, ging hij te rade bij magiërs. Zij ontdekten dat hij in zijn vorige leven een a mao was geweest en dat hij in het midden van een heuvel in Cambodja was begraven. Op dit moment groeiden er echter boomwortels door zijn graf, waardoor de pijn werd veroorzaakt. Hij kreeg dan ook de raad om de wortels uit het graf te verwijderen. De keizer geloofde de magiërs en zond een gezantschap naar Udong. Toen de wortels waren uitgegraven, genas hij onmiddellijk. Op de plek van het graf liet hij een pagode ter ere van Boeddha bouwen. Volgens de Cambodjanen wisten de Chinezen dat het graf van de a mao zich hij de uitgang van een hol bevond, waarin de draak huisde die de Cambodjaanse koningen kracht gaf. Door de tempel werd het drakenhol afgesloten en er kwam een einde aan de macht van de zuidelijke koningen.


(Klik op eender welke foto en je komt terecht in een fotoshow die de foto's van deze pagina weergeeft)


All pictures on this page are copyrighted.