In Hue leven tegenwoordig
meer dan één
miljoen mensen. Over de Welriekende Rivier bouwden de Fransen in 1887
de Truong Tien-brug, die in 1968 verwoest en in 1971 herbouwd werd. In
hetzelfde jaar werd de Phu Xuan-brug gebouwd. Over de Bach Ho-brug rijdt de
trein langs de citadel. Het station ligt aan de zuidoever. In het
oosten van de citadel, in de Chinese wijk, loopt de markthal Dong Ba
tot aan de rivier. Hier heerst de bedrijvigheid van een Aziatische stad.
Motorboten en volgeladen roeiboten varen naar de markt. Veerboten pendelen
heen en weer. De vijf stadswijken binnen de citadel, waarin ca.
50.000 mensen leven en werken, zijn een uitstapje per fiets of cyclo
waard.
Plaatselijke fietstaxi's
brengen
ons naar de Citadel.
Bijna dertig jaar, van 1804 tot 1831, werkten boeren in vroondienst dag en
nacht bij het licht van fakkels aan de bouw van de citadel. Om het
terrein stond een 9950 m lange, 6 m hoge aarden wal, Phong Thanh. In
1819 werd de wal in de Vauban-stijl van Franse vestigingen vanbinnen en
buiten verstevigd
met
stenen muren. De ommuring is thans 20 m dik en heeft vierentwintig bastions.
De toegang tot de citadel wordt gevormd door tien verstevigde poorten.
De citadel was tegelijk vesting en keizerlijke residentie. Om het
terrein liep een 4 m diepe en 22 km lange geul. De bouwer van de citadel was
keizer Gia Long, de dynastiestichter. Hij construeerde de citadel en de
paleizen volgens de strenge regels van de geomantie (wind- en
waterwetenschap) en in overeenstemming met de adviezen van zijn astrologen.
In de Huong Giang lagen twee voor het terrein gunstige eilanden. Het
linkereiland heet Groene Draak, het rechter Witte Draak. De citadel lag in
de luwte van de erachter gelegen bergketen. Aan drie kanten liepen de sterke
muren van de citadel in een rechte lijn, aan de vierde kant volgde de muur
de loop van de rivier. Aan de oever staat de 37 m hoge vlaggentoren, Cot Co,
ook genaamd ky dai, 'Keizerlijke Ridder', gebouwd in 1809 en uitgebreid in
1831. De toren werd herhaaldelijk verwoest door taifoens en in 1949
herbouwd.
In 1945 werd de vlag van de monarchie binnengehaald. In 1968, na het
Tet-offensief, wapperde drie weken lang de vlag van het bevrijdingsleger
boven de citadel, totdat deze tijdens een grootscheepse aanval van de
Amerikaanse luchtmacht heroverd werd.
Hoang Thanh, de keizerstad met de Verboden Stad, heet in de volksmond
tot op heden Dai Noi. De stad ligt in het zuidelijke gedeelte van de
citadel, heeft een 2,5 km lange, 4 m hoge muur en negen ommuurde
binnenplaatsen. Iedere windrichting heeft een poort. Voor de Ngo Mon (de
noenpoort) in het zuiden staan negen kanonnen die keizer Gia Long liet
gieten uit het oorlogsschroot dat afkomstig was van de gevechten met de Tay
Son-dynastie. Er kan met de kanonnen niet geschoten worden, ze staan er puur
als machtsvertoon. De noenpoort is thans de enige ingang tot het
keizerlijke paleis. De vier zij-ingangen zijn groen betegeld. De vijfde
ingang in het
midden, uitsluitend voor gebruik van de keizer, heeft gele tegels (de
keizerlijke kleur). Op de imposante poort staat het paviljoen van de Vijf
Feniksen, Lau Ngu Phuong. Vanuit het paviljoen keek de heerser naar de
feesten voor het paleis. Op 24 augustus 1945 moest de dertiende keizer van
de Nguyen, Bao Dai, in dit paviljoen zijn zwaard en zegel overhandigen aan
de gezant van de regering in Hanoi. Dat betekende het einde van de 1006 jaar
oude monarchie in Vietnam. Vanaf het paviljoen van de Vijf Feniksen kan men
de grote tuin overzien, die op zijn mooist is als de frangipanebomen in
bloei staan. Achter in de tuin staat de gerestaureerde audiëntiezaal van de
keizer.
Dien Thai Hoa, het paleis van de Hemelse Harmonie, werd enkel
gebruikt voor kroningsceremonieën en audiënties naar aanleiding van de grote
jaarfeesten. Deze kleurrijke feesten werden met onbeschrijflijk veel vertoon
en luister gevierd. Het middelste pad door de tuin en de brug over het meer
was voorbehouden aan de keizer. De ceremonieplaats Dal Trieu Nghi
bestond uit drie terrassen op verschillende hoogte. Het onderste terras was
bestemd voor de keizerlijke familie. Op het hoger gelegen terras zaten de
onderste vijf rangen van de mandarijnen; het derde en bovenste terras, het
dichtst bij de keizer, was voorbehouden aan de mandarijnen van de rangen een
tot en met vier. De plaatsen staan aangegeven met stenen bordjes. Voor
iedere rang van het mandarijnendom was er een civiele en een aan hem
ondergeschikte militaire mandarijn. De negen rangen waren ten tijde van de
Nguyen-dynastie onderverdeeld in twee niveaus zodat er op de ceremonieplaats
36 mandarijnen met hun begeleiders waren. De rangen kon men herkennen aan de
kleur van de kostbare zijden gewaden. De civiele mandarijnen droegen een
vierhoekige hoofdbedekking en een staf, de militaire mandarijnen hoeden en
een zwaard. Direct voor het paleis zaten de ministers en generaals. Uit het
zicht van de keizer, die in het midden van het paleis troonde, zaten rechts
de burgers en links de militairen. Keizer Gia Long was in 1803 op een andere
plek begonnen met de bouw van het paleis van de Hemelse Harmonie. In 1808
werd het gebouw verplaatst naar zijn huidige lokatie en de keizer, die reeds
sinds 1802 regeerde, werd officieel gekroond. Het imposante dak rust op
tachtig zuilen van rood gelakt ijzerhout. Het beschadigde gebouw werd
gerestaureerd met steun van de Unesco. Achter het paleis, gescheiden door
een muur, begint Tu Cam Thanh, de Verboden Stad.
Thai Mieu is het gedenkoord voor de Nguyen-vorsten, die in de 16de
eeuw hun leenbezit begonnen uit te breiden. In Trieu Mieu wordt
Nguyen Kim vereerd, de eerste vorst van de Nguyen, die in de 16de eeuw met
de Trinh-vorsten de Ledynastie weer instelde. Hung Mieu - gebouwd
voor de vader van keizer Gia Long - betekent Tempel voor de Vader van de
Dynastie. The Mieu is een gedenkoord voor de Nguyen-keizers. Naar
Dien Phung Thien kwamen op feestdagen de vrouwen van de keizerlijke
familie.
In de vooroudertempel voor de dynastie The Mieu staan tien
gedenkaltaren die zijn versierd met ereschermen. Zeven altaren zijn rood
gelakt en versierd met goud, de twee voorste tempels en de achterste zijn
helemaal niet versierd. Deze drie werden in 1954 door de Zuid-Vietnamese
regeringsleider Diem opgericht voor keizers die in opstand gekomen waren
tegen de koloniale overheersing, verbannen werden en niet vereerd mochten
worden. Voor twee andere keizers ontbreken altaren. Ze hebben zeer korte
tijd geregeerd. De 13de en laatste keizer, Bao Dai, leefde in Frankrijk in
ballingschap en stierf daar in 1997. Kleine stoepa's van vergulde plaatjes
op de altaren komen
voort
uit een traditie in Hue. De doden van het keizerlijk huis kregen in plaats
van papiergeld goudbaren mee voor het volgende leven. Op de achtergrond
staan altaren met de dodentabellen voor de keizers en hun echtgenotes.
Daarvoor staan rustbanken met kussens en theeservies voor de doden.
Cuu Dinh, de Negen Urnen ofwel Keizerlijke Urnen, zijn symbolen
van de macht van de dynastie. Ze werden tussen 1835 en 1837 in opdracht
van keizer Minh Mang vervaardigd en zijn voorbeelden van het meesterschap
van de 19de-eeuwse bronsgieters. De vorm herinnert aan de urnen van de
Chinese Xia-dynastie. De grootste urn weegt 2500 kg, de kleinste 1900 kg. Ze
zijn circa 1,20 m hoog en versierd met Vietnamese motieven, landschappen,
dieren en planten. De inhoud van tachtig à negentig smeltkroezen werd
gebruikt om de urnen te kunnen gieten.
Verder noordwaarts, door muren en poorten gescheiden, bleven op een met puin
bezaaid terrein nog een paar gebouwen staan. Het Dien Tho-paleis,
Paleis van het Lange Leven, liet keizer Gia Long in 1804 voor zijn moeder
bouwen. In het Truong Sanh-paleis hebben een paar families hun intrek
genomen. Het was ernstiger beschadigd. De drie paleisgebouwen werden door
keizer Minb Mang gebouwd.
Later op de dag
rijden we naar het Tu Duc Mausoleum, een keizerlijke klassieke tombe
die de vitaliteit van deze periode kenmerkt.
Lang Khiem, het graf van de vierde
keizer, Tu Duc, ontstond in een tijd van politieke onlusten aan het
begin van het koloniale tijdperk en geeft blijk van de persoonlijke
moeilijkheden van de keizer. In zijn regeringsperiode,
de langste van een Vietnamese keizer (1847-1888), was er sprake van het
verlies van Cochin-China en de Verdragen van Hue. Tu Duc was de laatste
Vietnamese keizer die zijn politieke en geestelijke onafhankelijkheid
wist te handhaven. De kinderloze heerser, die honderd vrouwen had,
was vaak ziek. Om zijn opvolging veilig te stellen adopteerde hij meerdere
zonen uit de keizerlijke familie. De tekst op zijn stèle heeft hij
zelf geschreven. Khiem, naar het centrum gekeerd, bescheiden, noemt
hij zichzelf, zijn regering en zijn successen, en hij verontschuldigt zich
bij zijn volk voor zijn fouten. Khiem noemt hij ook zijn graf.
Zestien jaar voor zijn dood was het op 7 km van Hue gelegen graf voltooid en
hij zocht er vaak zijn toevlucht. Het gedeelte dat gebruikt werd door de
levende keizer was aanzienlijk groter dan het eigenlijke graf. Achter hoge
muren met vier poorten schiep de slechts 1,50 m metende heerser een wereld
in het klein met heuvels, een bos, water, dieren en planten. Wegen die
geplaveid zijn zijn met bat tran-tegels - vierkante, 30 cm grote
bruine tegels - leiden naar het meer Luu Khiem. In het paviljoen Xung Khiem
aan het meer wijdde hij zich aan leteratuur en poëzie. Op een eilandje
jaagde hij op hazen en roerdompen. In deze stille wereld zocht hij de
harmonie die hij verder in zijn leven en zijn land moest ontberen. In de
tempel, die ooit een oord moest worden waar hij en keizerin Le Thien Anh
vereerd zouden worden, resideerde
hij. Ter verstrooiing liet hij toneelstukken opvoeren die met
vervolgverhalen soms wel honderd avonden duurden. Verborgen in het achterste
gedeelte van het terrein leiden trappen naar de ereplaats met de stenen
wachters en het stèlehuis. Daarachter ligt het graf. De keizerin en een van
zijn geadopteerde zonen, de zesde keizer, Kieu Phuc, die maar heel kort
regeerde, liggen begraven op het grafterrein in het bos.
In de omgeving worden we ingewijd in het vervaardigingsprocédé van de
veelkleurige wierookstokjes die in bundels worden verkocht aan de
keizersgraven in Hue en zien we ook hoe de typisch Vietnamese punthoedjes
gemaakt worden, alsook de slangenlikeur.
(Klik op eender welke foto en je komt terecht
in een fotoshow die de foto's van deze pagina weergeeft)
|