De tempelstad My Son staat
tegenwoordig op de werelderfgoedlijst van de Unesco. De stad ligt 70
km ten zuiden van Da Nang. De ruïnes van de stadswallen van de oude
Cham-stad (4de-8ste eeuw) zijn te zien vanuit een hoog gelegen christelijke
kerk tussen de rijstvelden. De kathedraal langs de weg huisvest een klein
museum met voorwerpen van de Cham-kunst, die boeren op de velden gevonden
hebben. Van hieruit is het nog 25 km naar de rivier de Thu Bon. Een smalle
voetgangersbrug overspant het water. In de herfst kunnen overstromingen
ontstaan, waardoor de weg naar My Son moeilijk begaanbaar wordt. Aan de
andere kant van de rivier rijden terreinvoertuigen op een geplaveide weg tot
vlak voor de tempelstad. Mooier is het de 3,5 km af te leggen door een
stukje laag groeiende jungle. My Son is nu anderhalf uur rijden van Da Nang
verwijderd.
In een heuvelachtig dal, aan de voet van de berg My Son (Mooie Berg),
die vanwege de overhellende top ook Hon Quap (Kattetand) genoemd
wordt, lagen zeventig Cham-tempels uit de periode tussen de 8ste en 13de
eeuw. Begin 20ste eeuw werden ze beschreven en gerestaureerd door
de Franse
architect H. Parmentier. Na Amerikaanse luchtaanvallen in 1968 waren
slechts nog twintig ruïnes over. Daarvan werden er vijftien vanaf 1981 gered
van verder verval door Vietnamese en Poolse restaurateurs. Het gebied moest
eerst mijnenvrij gemaakt worden. Pas daarna konden de ruïnes vrij gekapt,
opgemeten, afgezet en gedeeltelijk gerestaureerd worden. Plantenbegroeiing,
korstmos en schimmel moeten na iedere regentijd opnieuw verwijderd worden.
Tussen 1992 en 1994 werden de gebouwen D1 en D2 met
buitenlandse steun overdekt en vervolgens ingericht als museum.
De Franse onderzoekers gaven de tempelgroepen letters van A tot L en
nummerden bovendien de gebouwen en afzonderlijke ensembles. De Vietnamezen
handhaafden deze indeling.
Een poort geeft aan waar zich de ommuring van groep B bevindt. Van deze
groep werd de hoofdtempel volledig verwoest. Daartussen werd de in 1985
gevonden lingam van de tempel geplaatst. Links staat de bibliotheek B5 uit
de 10de eeuw met een olifantereliëf. Het volgende gebouw, B4, stamt
vermoedelijk uit de 9de eeuw. Rechts van de hoofdtempel staat B6 nog
overeind.
Het hoofdheiligdom van
het ensemble C1 heeft, bij uitzondering, een
rechthoekig fundament. De grote kalan met een langgerekt voorgebouw
heeft alleen een dak van één verdieping. Hij wordt gedateerd op de 10de
eeuw. De façade is prachtig versierd. Ook bij de gebouwen daarnaast, C5-7,
zijn de façades fraai versierd met figuratieve en decoratieve motieven.
De met D aangegeven gebouwen vormen niet een zelfstandige groep. Het zijn
mandapa bij B en C. Bijzonder opmerkelijk is de mandapa D1,
zonder twijfel het mooiste van de bewaard gebleven gebouwen uit de 10de
eeuw.
De grote groep A ligt aan de andere kant van de Thu Bon-rivier. De
toren A1, die verloren gegaan is, beschouwden de Fransen als het mooiste
bakstenen bouwwerk in Azië. Groep E werd opgemeten, groep F werd nog niet
blootgelegd. De tempels zijn leeg, alle op het terrein gevonden beelden
staan thans in de musea D1 en D2. Daar bevinden zich ook de resten van het
tot nog toe enige graf dat tussen de ommuring van B en C gevonden werd. Alle
gebouwen zijn van steen, alleen de apart liggende groep G is opgetrokken uit
lateriet, een materiaal dat weliswaar rijkelijk voorhanden was, maar toch
weinig gebruikt werd door de Cham. Ondanks de vergaande verwoesting geeft My
Son een goede indruk van de grootse kunst van de Cham.
De industriestad Da
Nang heeft weinig bezienswaardigheden. Het Museum van de
Cham-beeldhouwkunst (Bao Tang Cham) werd gebouwd als open vierhoek in de
stijl van een Cham-Mandapa in een park langs de Han-rivier. In tien ruimtes
worden ongeveer 300 voorwerpen getoond, geordend naar stijlperiodes
(zie p.162-166). Eind 19de eeuw ontdekten onderzoekers van de École
Française de l'Extrème Orient de Cham-monumenten. Om beelden, reliefs en
altaren op een centrale plek te kunnen opslaan, ontstond in 1915-1916 in Da
Nang een magazijn dat in 1939 geopend werd als museum. De voorwerpen zijn
ondergebracht in grote ruimtes en moesten bevestigd worden aan de muren.
(Klik op eender welke foto en je komt terecht
in een fotoshow die de foto's van deze pagina weergeeft)
|