HO TSJI MINHSTAD (Saigon)


In de 16de-17de eeuw heette de handelsstad Dong Nai net als de rivier waarover de kolonisten, Vietnamezen en Chinezen, het land binnendrongen. Later werd de stad Phan Yen, Gia Dinh en Ben Nghe, landingsplaats van de waterbuffels, genoemd. Nadat de citadel Gia Dinh was opgericht, heette de stad Ben Thanh, markt bij de citadel. Op de plattegrond van 1815 is een straat aangegeven die Saigon heet en een markt, Cho Lon (grote markt). De naam Saigon is afgeleid van het Vietnamese woord voor kapokboom (katoenboom). Ten tijde van de Nguyenvorsten heetten zowel de stad, de citadel, de provincie als de hele delta Gia Dinh. Voor 1859 waren hier 40 dorpen met ongeveer 40.000 inwoners, waarvan velen vluchtten toen de Fransen kwamen. Tussen 1865 en 1883 steeg het aantal inwoners in Saigon en Cholon slechts tot 100.000. De Fransen rukten in 1859 op over de rivier de Saigon en veroverden en verwoestten de citadel. In 1862 werd Saigon de hoofdstad van de Franse kolonie Cochin-China en was tot 1888 regeringszetel van het Franse koloniale rijk IndoChina. Onder het koloniale bewind werden stad en kolonie economisch meer gesteund dan de protectoraten Annam en Tongking. Haven, scheepswerf, straten en spoorlijnen werden vergroot. Tot 1954 bleef Saigon onder Frans bewind. Na de Geneefse Conferentie (1954) werd het de provisorische hoofdstad van Zuid-Vietnam. De laatste Vietnamese koning Bao Dai regeerde van 1948-1965 in Saigon over Zuid-Vietnam, tot hij door de katholiek Diem ten val gebracht werd. In 1962 kwamen de Amerikanen in plaats van de Fransen. Op 30 april 1975 trok het Noord-Vietnamese bevrijdingsleger Saigon binnen. Sinds de hereniging in 1976 is Hanoi de hoofdstad, Saigon echter de grootste stad van Vietnam. Na de Tweede Indo-Chinese Oorlog zorgde de omschakeling van een kapitalistische naar een socialistische economie voor problemen. Thans is men weer de kapitalistische weg ingeslagen. Het direct onder regeringsbestuur vallende Ho Tsji Minhstad (HTM) ontstond uit de handelsstad Saigon, de regio Gia Dinh en de Chinese stad Cholon.

We wandelen langsheen de Nôtre Dame, het art deco postkantoor en de grote ‘Franse' boulevards tot aan het vroeger presidentieel paleis. Het paleis van de eenheid, zoals het nu wordt genoemd, herbergt in de ondergelegen bunkers nog de volledige apparatuur waarmede de oorlogsoperaties door het Zuid-Vietnamese regime werd geleid. We nemen een kijkje in een Caodaïstisch tempeltje. Daarna bezoeken we Cholon, het levendige Chinatown. Venters bieden hier zowat alles te koop, maar vooral de variatie aan mensen spreekt boekdelen. De sierlijke Vietnamese Ao Zai of de witte lange klederen en de kleurrijke hoedjes brengen ons direct in de sfeer van Indochina. In de nabijgelegen typisch Chinese Thien Hau-pagoda omhullen wierookdampen de verschillende afbeeldingen van de zeegodin, die er vereerd wordt. In het aanschouwelijke oorlogsmuseum staat een verzameling oorlogstuig opgesteld, dat het Vietnamese leger destijds buit maakte op de Amerikanen en tonen talrijke foto's de gruweldaden uit de Vietnamoorlog.

 


(Klik op eender welke foto en je komt terecht in een fotoshow die de foto's van deze pagina weergeeft)

 


All pictures on this page are copyrighted.